Gesprek met Lammert Tiesinga van IVN
Lammert, ik wil het met jou hebben over de vergroening van de stad.
Ik las jouw artikel “Hoe natuurinclusief bouwt Groningen “ in het tijdschrift “Groeningen, voor natuur in en om de stad” van IVN natuur educatie Groningen Haren.
Wat is daarbij jouw drijfveer geweest ?
Nou, 20 jaar geleden ben ik een vogelcursus voor beginners gaan volgen bij IVN. Na deze cursus werd ik zo enthousiast, dat ik bij het IVN daarna nog allerlei andere natuurcursussen ben gaan doen. Ik werd actief in de werkgroep Stadsecologie. We organiseerden fietsexcursies door en langs de Groninger stadsnatuur: de stedelijke ecologische structuur. Daarbij gaat het erom ecologische verbindingen te maken, zowel binnen de stad als met de natuur buiten de stad. Daardoor kunnen allerlei soorten zich verspreiden. We hebben daarbij veel kennis opgedaan van de natuur in de stad. Op basis van al die informatie schreven we ook een boekje: “Groningen, groene stad”.
Leo: Mooi voorbeeld is misschien het volgende: Afgelopen week zagen we een eekhoorn in onze daktuin. Waar komt die vandaan ?
Ja, de Singels vormen een duidelijk groene verbinding. Al die bomen hier zijn heel belangrijk voor vleermuizen en ook voor bepaalde vogels als boomkruipers en boomklevers. Ook eekhoorns en egels zouden zich hier bevinden. Met de werkgroep Stadsecologie zijn we al lang bezig met “natuurinclusief bouwen”. Dat is een onmisbaar element als je de stad groen wilt houden en verder wilt vergroenen.
Leo: Wat kunnen wij – hier aan de singels – bijdragen aan vergroening van de buurt en dus ook van de stad ?
Nou, daarover heb ik nagedacht. Er zijn twee componenten in deze wijk. Enerzijds de particuliere component van alle huizen en panden en anderzijds het openbaar groen met bomen en middenberm: de natuurcomponent. In beide componenten kunnen we (meer) vergroenen.
Voor de eerste component pleiten we voor groene daken en groene gevels. Vergroen de platte daken met bijvoorbeeld sedum of verschillende grassoorten of inheemse planten. Op de schuine daken met dakpannen is dat lastiger. Maar dakpannen trekken wel gierzwaluwen en huismussen aan, zeker als er zich gaten en kieren onder die dakpannen bevinden. Met groene gevels, bijvoorbeeld met klimop (hedera), klimhortensia, klimkamperfoelie of blauwe regen kun je de omgeving verder vergroenen en schep je ook nestgelegenheid. Dat is niet altijd gemakkelijk te realiseren, want ze behoeven wel veel oppervlakte aan de muren. Met nestkasten aan de muren geef je vogels ook een extra steuntje.
Geveltuintjes (voor de gevel, op de stoep) of plantenbakken zijn ook mogelijk. Van belang is dat planten veel insecten aantrekken. En op die insecten komen weer allerlei vogels af. De gemeente stimuleert de aanleg van geveltuinen en groene daken. “Tegels eruit, groen er in!” is een goed principe. En vergeet niet dat het op warme dagen veel aangenamer en koeler is op plaatsen waar veel groen is. Meer groen is ook beter voor je gezondheid.
Leo: Wat zijn jullie ideeën over het groen op de middenstrook ?
De Singels vormen een prachtige bomenrij die heel waardevol is en zeker behouden moet blijven. Maar ondergroei ontbreekt. Prioriteit ligt dan bij meer “ondergroei”; dus meer dichte beplanting, meer struiken, meer heggetjes om vogels (o.a. jonge merels) en zoogdieren (egels) beter te laten schuilen. Plant struiken met besjes en bloemen. Maak dichtere beplanting onder de bomen, waarin dieren weg kunnen kruipen.
Een mogelijkheid daarbij is ook om het grasveld minder vaak te maaien. Met minder maaien stimuleer je ook toename van insecten en de groei van allerlei planten (boterbloemen, paardebloemen, klaver, paarse dovenetel, vergeet-mij-nietjes, pinksterbloemen, madeliefjes enzovoort). Dat trekt ook weer vogels aan. Daarbij zijn inheemse planten het belangrijkste voor insecten en daarmee ook voor vogels. Als je niet de hele middenberm wild wilt laten groeien, dan kun je ook over de volle lengte zorgen voor een strook die niet gemaaid wordt en waarin wilde planten en bloemen zich kunnen ontwikkelen. Mogelijk is ook de middenberm voor een deel in te zaaien met een mengsel van bloemsoorten, zoals wilde margrieten, korenbloemen, klaprozen, wilde cichorei enz. Zet een aantal mooie insectenhotels neer in de middenberm. En als klap op de vuurpijl: leg een mooie vlindertuin aan in de middenberm, als extra boost voor insecten. En plaats nestkasten in de bomen, bijvoorbeeld voor boomklevers en boomkruipers die hier ongetwijfeld aanwezig zijn. En hang kasten aan de bomen voor vleermuizen. De gemeente Groningen zal bij dit alles waarschijnlijk graag ondersteuning bieden.
Ten slotte: geef aandacht aan de egels. Voor egels is ondergroei van groot belang, zodat ze zich kunnen verschuilen. Maak ook bulten met bladeren en takken. Ook speciale egelhuisjes kunnen helpen. Egels zijn daarmee gebaat, vooral in de herfst en winter.
Kortom, er zijn nog veel mogelijkheden om de Singels verder te vergroenen en de biodiversiteit te vergroten.
Dank je Lammert,
Leo







