Kroon der schepping
Het is zo oud als de aarde zelf.
In de verste verte nog geen mens
te bekennen. Oersoep pruttelde.
Voor elk oog onzichtbaar werd het.
Moest zich voeden want alles wat is
en wil blijven doodt om eigen bestwil.
Zelf te nietig klampte het zich vast
aan iets dat ook in wording was:
de oercel van het leven zelf. En at.
Sindsdien is het in al wat leeft, vermomt
zich in steeds wisselende gedaantes.
Het is zich van geen kwaad bewust.
Het sluipt onzichtbaar door de straten,
en wat het doodt hoopt zich erachter op.
Zo gaat het van eertijds tot in de eeuwigheid.
Atze van Wieren
Coronavirus, lente 2020