Het is even vóór negenen als ik vanuit de Minervaflat door regen en wind op weg ga naar mijn buurman, het Groninger Museum.
Buurman slaapt nog. De deuren zijn dicht. Hoe kom ik binnen?
Ah… gejaagd door de wind haast zich iemand naar wat kennelijk de dienstingang is.
Ik snel op hem toe en mag mee naar binnen, krijg een pasje, en wacht in de hal op Jan Geert Vierkant, de nieuwe zakelijk directeur, die samen met Roos Gortzak, artistiek directeur, sinds 1 februari 2025 hier de scepter zwaait en met wie ik een afspraak heb voor een interview.

Uit de pers had ik al begrepen dat het Museum een andere koers gaat varen.
Mijn eerste vraag ligt dus voor de hand.
Het blijkt dat het Museum niet meer inzet op grote exposities, zogenaamde blockbusters, maar op specifiekere tentoonstellingen. Geld speelt ook hier een rol. Potentiële kaskrakers zijn duur en risicovol, en dat kan het museum zich niet meer veroorloven.
Vierkant, zetelend in de vroegere kamer van Frans Haks in de zogenaamde gouden toren, schetst mij de nieuwe aanpak, waarin uiteraard Roos Gortzak ook een belangrijke rol heeft.
Zij willen weer meer aandacht voor vernieuwingen in de kunst en samenwerking met andere kunstdisciplines. Converseren, als het ware. En interdisciplinair. Zoals dat ten tijde van Haks ook het geval was, in de relatie met Mendini, de ontwerper van het museum.
De buitenkant van het museum moest uitstralen dat er geen onderscheid hoeft te zijn tussen ‘hoge’ en ‘lage’ kunst. Dat vernieuwing belangrijk is. Experimenteel met thema’s van deze tijd.
Waar moet ik aan denken, vraag ik, m’n koffie proevend.
Vierkant noemt een paar titels maar die mag ik nog niet prijsgeven omdat het werktitels zijn en het nog niet zeker is of ze gerealiseerd kunnen worden. Momenteel wordt er door 2 theatervormgevers gewerkt aan: ‘Welcome to the dreamhouse’ Deze productie wordt op 13 juni geopend.
Een ander doel is om de collectie van De Ploeg meer ruimte te geven en meer aandacht.

Als vroegere loopbaanadviseur kan ik natuurlijk niet nalaten te vragen hoe Vierkant tot dit werk is gekomen en wat zijn loopbaanpad is.
Hij vertelt dat Henk van Os een stimulator voor hem is geweest. Jan Geert studeerde Kunst en Kunstbeleid aan de Universiteit Groningen. Daarna werd hij manager marketing en sponsoring van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. In 1999 Algemeen directeur van het NNO en in 2017 directeur-bestuurder van het Metropole Orkest. Tussen deze orkestbanen in vervulde hij wisselende functies bij Classic FM, VSB fonds, Martini Plaza en het Atlas Theater te Emmen. Kortom, een gevarieerd profiel en bijbehorende ruime deskundigheid.

Prioriteit als zakelijk directeur heeft momenteel het leggen van de basis voor een gezond financieel fundament. Omdat het museum een icoon is voor de stad en ook voor de ommelanden probeert men vooral de eigen bevolking daarbij te betrekken. Er wordt gedacht aan een Museum Salon voor ondersteuners en aan een Patronaat.
Met de ombouw van het stationsgebied ontstaan nieuwe kansen: meer ruimte, meer groen, er wordt gedacht aan een museumpaviljoen op de route station-binnenstad.

Ik vraag hem hoe het Singeldorp een rol kan spelen.
Jan Geert geeft een leuk voorbeeld. Één van de Singelbewoners had al onderdak aangeboden voor bijvoorbeeld tijdelijke projectmedewerkers, wat weer hotelkosten uitspaart. Vergelijkbaar met wat wij het Luthers Bach Ensemble bieden.
Zo zijn er allerlei vormen van samenwerking en ondersteuning te bedenken.

Ik opper het idee om eens op een rijtje te zetten wat nuttig en praktisch voor het museum zou kunnen zijn en dat te presenteren aan de Singeldorp bewoners in combinatie met uitleg van de nieuwe koers.
Daar is Jan Geert zeker voor te porren. Hij stelt voor om dat te organiseren op 31 oktober als de hernieuwde expositie en uitstalling van de Ploeg-collectie vorm heeft gekregen.
Wij zullen er vast meer van horen via onze Activiteitenkamer.

Als ik met hem neerdaal in de gouden toren vraag ik wat de bedoeling is geweest van dit gele blinde gebouw. Als depot, zegt Jan Geert, maar het bleek veel en veel te klein. In het depot te Hoogkerk bewaren wij momenteel 70.000 objecten.

70.000 objecten. Naduizelend verlaat ik via de dienstingang de gouden toren. Het regent nog steeds.

Atze van Wieren